Difference between revisions of "Sw-0052965801/E"

From Dashboard samenwerking Wijchen
 
(3 intermediate revisions by the same user not shown)
Line 17: Line 17:
 
}}
 
}}
 
|Verdeling rol taak en bevoegdheid=De deelnemende gemeenten wijzen uit hun midden elk één lid voor het Bestuur aan. Het Bestuur heeft de bevoegdheden die nodig zijn voor de uitoefening van de taken. Het Bestuur kan haar bevoegdheden mandateren c.q. volmacht verlenen aan het hoofd van de DRAN. Het Bestuur heeft de bevoegdheid tot het aanstellen, tewerkstellen, het schorsen en ontslaan van het hoofd van de DRAN. Het hoofd fungeert tevens als secretaris voor het Bestuur. Het hoofd staat het Bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak met raad en daad terzijde. Het hoofd heeft in de vergadering van het Bestuur een adviserende stem. De dagelijkse leiding van de DRAN berust bij het hoofd. Het hoofd is voor zijn handelen verantwoording verschuldigd aan het Bestuur. Het Bestuur regelt de vervanging van het hoofd.
 
|Verdeling rol taak en bevoegdheid=De deelnemende gemeenten wijzen uit hun midden elk één lid voor het Bestuur aan. Het Bestuur heeft de bevoegdheden die nodig zijn voor de uitoefening van de taken. Het Bestuur kan haar bevoegdheden mandateren c.q. volmacht verlenen aan het hoofd van de DRAN. Het Bestuur heeft de bevoegdheid tot het aanstellen, tewerkstellen, het schorsen en ontslaan van het hoofd van de DRAN. Het hoofd fungeert tevens als secretaris voor het Bestuur. Het hoofd staat het Bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak met raad en daad terzijde. Het hoofd heeft in de vergadering van het Bestuur een adviserende stem. De dagelijkse leiding van de DRAN berust bij het hoofd. Het hoofd is voor zijn handelen verantwoording verschuldigd aan het Bestuur. Het Bestuur regelt de vervanging van het hoofd.
|Toezichtarrangement=BASIS
+
|Toezichtarrangement=BASIS+
 +
|Afspraken, procedures en instrumenten=aanvullende afspraken, procedures en instrumenten
 
|Consequenties beeindiging of uittreding=Een deelnemende gemeente kan niet eerder dan vier jaar na de datum van inwerkingtreding van de BVO uittreden voor het geheel of met betrekking tot een doelgroep uit het vervoerssysteem door een daartoe strekkend besluit van die deelnemer.
 
|Consequenties beeindiging of uittreding=Een deelnemende gemeente kan niet eerder dan vier jaar na de datum van inwerkingtreding van de BVO uittreden voor het geheel of met betrekking tot een doelgroep uit het vervoerssysteem door een daartoe strekkend besluit van die deelnemer.
 
Als een deelnemer uit wil treden, zal het Bestuur op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. De uittreding kan op twee manier plaatsvinden:
 
Als een deelnemer uit wil treden, zal het Bestuur op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. De uittreding kan op twee manier plaatsvinden:

Latest revision as of 13:46, 16 April 2019

Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem-Nijmegen (BVO DRAN)
E. Governance van de samenleving


Vorm van de samenwerking
Er is sprake van een bedrijfsvoeringsorganisatie  (BBV-categorie: Gemeenschappelijke regeling)

TOELICHTING

Samenwerken via een gemeenschappelijke regeling (Wet gemeenschappelijke regeling)

Er zijn verschillende soorten gemeenschappelijke regelingen:

  • Een gemeenschappelijk openbaar lichaam is de zwaarste gemeenschappelijke regeling en heeft de status van een rechtspersoon. Deze vorm bestaat uit drie bestuursorganen: Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en voorzitter. Deelnemers kunnen taken en bevoegdheden aan het openbaar lichaam overdragen. Dit is een veel voorkomende vorm van publiekrechtelijke samenwerking.
  • Een gemeenschappelijk orgaan heeft een dagelijks bestuur en beschikt niet over rechtspersoonlijkheid. Overdragen van bevoegdheden is beperkt mogelijk en de samenwerking kan geen personeel in dienst nemen. Deze samenwerking wordt vooral ingezet als overlegorgaan.
  • Een centrumgemeente oefent taken en bevoegdheden uit voor andere gemeenten. Deze samenwerking heeft geen eigen bestuur.
  • Een bedrijfsvoeringsorganisatie wordt opgericht voor de behartiging van bedrijfsvoerings- of uitvoeringstaken. Deze vorm kent alleen een enkelvoudig bestuur: het dagelijks bestuur.
  • Een regeling zonder meer is de lichtste vorm zonder overdracht van taken of bevoegdheden. Alleen afspraken worden vastgelegd – meestal zonder juridische binding – onder noemers zoals een ‘overheidsconvenant’ of ‘bestuursakkoord’.

Samenwerken via een subsidierelatie

Subsidie is een bijzondere vorm van samenwerking. Deze valt niet onder de Wet gemeenschappelijke regeling maar de Algemene wet bestuursrecht. Onder subsidie wordt ingevolge artikel 4:21 lid 1 van de Awb verstaan: (1) de aanspraak op financiële middelen, (2) door een bestuursorgaan verstrekt (3) met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, (4) anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Er zijn globaal twee varianten:

  • Niet afdwingbare subsidie: de subsidieontvanger krijgt een voorlopige aanspraak op middelen. Indien de ontvanger zich niet houdt aan bepaalde verplichtingen kan de gemeente de verleende subsidie lager of nihil vast stellen en betaalde voorschotten terugvorderen (art 4:21 Awb).
  • Afdwingbare subsidie: de gemeente kan ten behoeve van bijzondere belangen een prestatieplicht opleggen om de gesubsidieerde activiteiten daadwerkelijk uit te voeren door middel van een ‘uitvoeringsovereenkomst’ (art 4:36 Awb). Om die reden kan tevens sprake zijn van een ‘overheidsopdracht’.
.
Overdracht van publieke taken of bevoegdheden?
TOELICHTING

Delegatie

Delegatie en overdracht van bestuursbevoegdheden en regelgevende bevoegdheden vindt plaats door delegatie als bedoeld in artikel 10:13 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor delegatie is een wettelijke grondslag vereist (artikel 10:15 Awb). Voor delegatie aan de bestuursorganen van een gemeentelijk gemeenschappelijk openbaar lichaam vormt artikel 30 lid 1 Wgr die wettelijke grondslag. Bij delegatie wordt niet alleen de bevoegdheid overgedragen maar komt de verantwoordelijkheid ook volledig bij de organen van het gemeenschappelijk openbaar lichaam te liggen. De overgedragen bevoegdheid wordt door het bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam zelfstandig en uit eigen naam uitgeoefend.

Mandaat

Mandaat als bedoeld in artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de bevoegdheid om in naam van een ander te handelen en besluiten te nemen, maar zonder de daarbij horende verantwoordelijkheid. Bij mandateren worden geen bevoegdheden overgedragen. De mandaatgever blijft zelf bevoegd. Delegeren daarentegen betekent wel het overdragen van bevoegdheden, inclusief de verantwoordelijkheid. Een mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf te hanteren.

Delegatie of mandaat van taken/ bevoegdheden, welke?

  • Financiële beheersing doelgroepenvervoer
  • Uitvoering ondersteunende taken voor doelgroepenvervoer
  • Uitvoeren doelgroepenvervoer
Vertegenwoordiging in bestuursorganen
Orgaan Burgemeester Wethouders Raadsleden Ambtelijk


Algemeen Bestuur (AB) P.L.J. Loermans, T.T.M. Burgers (plv.)
Zeggenschap
Orgaan
Aantal stemmen voor de gemeente
Totaal aantal
Eventuele toelichting
TOELICHTING

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Eén stem per deelnemer – ‘one man, one vote’ (gelijkheidsbeginsel).
  • Aantal stemmen naar bijvoorbeeld het aantal inwoners of de omvang van de financiële bijdrage (proportionaliteitsbeginsel, gewogen stem).
  • Stemmen op basis van consensus (consensusbeginsel).
  • Een combinatie van bovenstaande.
  • Of iets anders....
Algemeen Bestuur (AB)
1
18
Er wordt gestemd met gewone meerderheid, behalve als van te voren een aanvraag is gedaan om per absolute meerderheid te stemmen.
Rol-, taak- en bevoegdheidsverdeling
TOELICHTING

Wie doet wat? In een samenwerking kunnen allerlei rollen en taken verdeeld worden. Er zijn bijvoorbeeld financiers, uitvoerders, kennisleveranciers, een regisseur et cetera.

Bij een Centrumgemeenteconstructie kunnen deelnemende gemeenten allerlei taken onder brengen bij de centrumgemeente, die in opdracht van de andere gemeenten deze taken uitvoert. Daartoe verlenen de deelnemende gemeenten mandaat aan de centrumgemeente.

De deelnemende gemeenten wijzen uit hun midden elk één lid voor het Bestuur aan. Het Bestuur heeft de bevoegdheden die nodig zijn voor de uitoefening van de taken. Het Bestuur kan haar bevoegdheden mandateren c.q. volmacht verlenen aan het hoofd van de DRAN. Het Bestuur heeft de bevoegdheid tot het aanstellen, tewerkstellen, het schorsen en ontslaan van het hoofd van de DRAN. Het hoofd fungeert tevens als secretaris voor het Bestuur. Het hoofd staat het Bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taak met raad en daad terzijde. Het hoofd heeft in de vergadering van het Bestuur een adviserende stem. De dagelijkse leiding van de DRAN berust bij het hoofd. Het hoofd is voor zijn handelen verantwoording verschuldigd aan het Bestuur. Het Bestuur regelt de vervanging van het hoofd.

Afspraken, procedures en instrumenten
TOELICHTING

Denk aan:

  • Tussentijdse evaluatie en monitoring.
  • Organiseren van werkbezoeken
  • Aanstellen van rapporteurs binnen de raad voor deze samenwerking.
  • Aanstellen van een bestuurlijke regisseur in het college.
  • Organiseren van gezamenlijke invloed pogingen met raden van andere gemeenten – zoals bij het afstemmen van zienswijzen.
  • Borging van de gemeentelijke eigenaarspositie.
  • Afspraken over informatievoorziening.
  • Onafhankelijk toezicht

Toezichtarrangement: BASIS+
aanvullende afspraken, procedures en instrumenten

Mogelijkheden en (financiële) consequenties voor beëindiging of uittreding

Een deelnemende gemeente kan niet eerder dan vier jaar na de datum van inwerkingtreding van de BVO uittreden voor het geheel of met betrekking tot een doelgroep uit het vervoerssysteem door een daartoe strekkend besluit van die deelnemer. Als een deelnemer uit wil treden, zal het Bestuur op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. De uittreding kan op twee manier plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van het contract met de regiecentrale met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar. b. bij afloop van de looptijd van het contract met de regiecentrale met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelenmers van minimaal 15 maanden voordat het contract met de regiecentrale afloopt. Een uittredingsplan wordt vastgesteld als ten minste tweederde van de deelnemers waaronder de uittredende deelnemer, daartoe besluit. Bij uittreding gedurende de looptijd van het contract zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen de alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen.